De collecties worden opgeslagen in een dichte “doos”, die via een centrale gang is gekoppeld aan de werkruimten. De buitengevel is een gepoedercoate aluminiumgevel met nissen voor gevelbegroeiïng. De depots hebben wanden met een buitengewoon hoge isolatiewaarde en een niet geïsoleerde betonvloer. Deze vloer werkt als een accumulator van aardwarmte en –koude. Op deze manier wordt een gelijkmatige binnentemperatuur en luchtvochtigheid bereikt. Inspiratiebron voor deze wijze van klimatisering waren depots in Denemarken. Het voordeel van deze wijze van klimaatbeheer is dat er geen grote complexe en onderhoudsgevoelige installaties nodig zijn. Hierdoor zijn de exploitatielasten voor het nieuwe gebouw zo’n 50 % lager in vergelijking met traditionele depots.
Het gebouw staat op een terp waardoor het een meter boven het maaiveld uitsteekt. Het terrein rondom het kolleksjesintrum is ingezaaid met inheemse soorten met veel bloei welke weinig onderhoud behoeven. Op het dak groeit mos en sedum waardoor het dak extra geïsoleerd wordt. Verder neemt het regenwater op, verbetert de biodiversiteit en verhoogt het de levensduur van het dak.
